Skeeleren
Deze pagina is nog onder constructie
Er zijn twee onderdelen welke slijten op skeelers, maar met het juiste onderhoud kan je de levensduur aanzienlijk verlengen. Allereerst de wielen. Net als je fiets-banden slijten die, maar helaas slijten ze niet zo gelijkmatig. Zo zullen de binnenkanten van je wielen harder slijten dan de buitenkanten, het voorste en achterste wiel harder dan de middelste en dit kan ook nog eens tussen links en rechts verschillen. Het is dus belangrijk om de positie van je wielen door te wisselen om ze gelijkmatig af te slijten. Hiervoor zijn op internet genoeg schema’s te vinden zoals in foto 1.
Foto 1
Dit schema is een goed begin, maar het gaat er vanuit dat beide skeelers op dezelfde manier belast worden. Dit is helaas niet zo, omdat de bochten die je tijdens de training maakt meestal linksaf gaan. Een optimaal wisselschema is er niet, maar met goed kijken en nadenken kom je een aardig eind. Afhankelijk van je techniek zullen bepaalde wielen sneller slijten dan andere. De versleten wielen verplaats je naar posities die minder hard slijten. Je kunt de positie binnen dezelfde skeeler veranderen, de wielen in de andere skeeler monteren of de rolrichting omdraaien. Als je geen zin hebt om na te denken kun je natuurlijk altijd het afgebeelde schema aanhouden. Het enige gereedschap dat je nodig hebt is een inbus- of een torx-sleutel. OMA’s advies is om de positie van je wielen om de 4 trainingen door te wisselen.
Af en toe moet je ook de lagers schoonmaken, met name als je in slecht weer hebt geskeelerd. Als er zand in je lagers zit slijten ze een stuk sneller waardoor ze gaan rammelen en herrie gaan maken. Om je lagers schoon te maken moet je ze uit je wielen halen. Dit kun je doen door dezelfde inbussleutel als eerder genoemd schuin door het lager te steken en het lager er stukje bij beetje uit te trekken (foto 2). Draai het wiel steeds een stukje om niet steeds aan dezelfde kant van het lager te trekken. Als je het lager schuin uit het wiel trekt kan het wiel beschadigen. Er zijn ook speciale tooltjes om je lagers te verwijderen. Als je die hebt, vooral gebruiken maar het kan ook zonder. Als je de lagers er uit hebt moeten de afdichtingen eruit gehaald worden. De rubberen afdichtingen zijn makkelijk te verwijderen met een schroevendraaier of mesje (foto 3). Als je metalen afdichtingen hebt zitten die vaak vast met een metalen asborgring. Die is iets moeilijker te verwijderen maar het kan wel. Er zouden ook geperste metalen afdichtingen (foto 4) in kun-nen zitten. Deze krijg je er niet uit zonder ze kapot te maken dus het verdient aanbeveling om ze dan slechts aan één kant van het lager te verwijderen. Schoonmaken dan door de lagers te laten weken in wasbenzine of ze uit te spuiten met remmenreiniger of een combinatie daarvan. Voordat alles weer in elkaar gezet kan worden moeten de lagers nog gesmeerd worden. Het maakt niet zoveel uit wat je er in spuit, maar er is wel een vuistregel. Hoe dunner het vet of de olie, hoe sneller de lagers maar hoe vaker je weer moet smeren. Ook gaan je lagers minder lang mee met dunne olie. Maar onthoud in ieder geval goed: zonder smering loopt alles naar de teering.
Foto 2
Foto 3
Foto 4